Motor voorkeuren voor Franklin Method Equestrian

Door Janneke Jansen, Franklin Method Educator level 3 en Franklin Method Equestrian 4*Trainer bij De Ruiterschool
10 december 2020, met een aanvulling op 29 april 2021

Ruitervoorkeuren, of motorische leerstijl profiel van ruiters spelen een belangrijke rol bij het lesgeven en helemaal bij het gebruik van de Franklin Methode. Ik was me eerder bewust dat ik niet voor iedere leerling dezelfde coaching techniek kon gebruiken. De ene ruiter reageerde beter op mijn verhaal dan de andere. Pas later kwam ik erachter waarom dat was en hoe ik deze kennis in mijn voordeel kan gebruiken.

Soms heb je als instructeur wel eens het idee dat je instructies niet helemaal binnenkomen bij je klant. Er zijn altijd twee lessen gaande; degene die jij geeft en degene die zich afspeelt in het hoofd van je klant. Dat kan wel eens lastig zijn, zeker wanneer het even duurt voordat je door hebt dat jullie allebei iets anders bedoelen.

Bij teveel miscommunicatie gaat de vertrouwensband tussen ruiter en instructeur eronder lijden. Laat je OMA thuis, zei ik altijd op mijn oude werk als communicatietrainer. Daarmee bedoelde ik Oordelen, Meningen en Aannames. Wanneer er miscommunicatie is tussen de ruiter en de instructeur is dat niet persé iemands fout. Iedereen heeft zijn eigen voorkeur in leren en communiceren. Ik denk wel dat je je als instructeur moet blijven ontwikkelen en moet blijven proberen te schakelen in verschillende communicatiestijlen, totdat je er één vind die bij je ruiter past.

Afgelopen jaren heb ik daarom twee keer een bijscholing gevolgd bij Suzanne Heemskerk  en bij ActionType Academy®. Zij werken met zogenaamde Action Types® om de motorische leerstijl van ruiters te kunnen profileren. Zo kan ik nog beter deze kennis toepassen in de praktijk en tijdens het lesgeven. Daarnaast ben ik ook gecertificeerd om voor mensen zelf een ActionType profiel en Motivationele Drijfveren profiel op te stellen.

Motorische voorkeuren Profiel

Het motorische voorkeuren profiel bestaat globaal uit twee verdelingen: Top en Bottom, Kleine lichaamsspieren en Grote lichaamsspieren.

Top en Bottom

Dit wil zeggen; met welk deel van je lijf zet je bewegingen in? Je bovenlijf of je onderlijf? Je ziet duidelijke verschillen tussen deze twee, onder andere de richting van de algehele beweging, de teugelvoering en asymmetrie naar een bepaalde kant. Dat laatste komt vooral bij Top-ruiters voor. Bottom-voorkeuren zitten meestal mooi in het midden.

Grote of Kleine lichaamsspieren

Welke spieren je met name gebruikt om de bewegingen in te zetten en op te vangen is bepalend voor je voorkeur voor grote of kleine spieren. Natuurlijk gebruik je al je spieren in je lijf, maar wanneer het gaat om comfortabel bewegen is er vaak een duidelijke voorkeur.

Voegen we deze voorkeuren samen dan kun je vier motorische leervoorkeuren onderscheiden. Daarnaast zijn er ook nog een aantal losse kenmerken die van profiel tot profiel verschillen, maar dat gaat een buiten het bereik van deze blog.

De Ruitervoorkeuren zijn:
Top – Kleine lichaamsspieren
Top – Grote lichaamsspieren
Bottom – Grote lichaamsspieren
Bottom – Kleine lichaamsspieren

Het gave is dat van al deze voorkeuren ruiters op het hoogste niveau presteren. Een goede atleet kan goed schakelen tussen top-bottom en klein-groot. Je hebt namelijk alles nodig in het zadel om de bewegingen van je paard zo goed mogelijk te begeleiden en op te vangen.

Deze motorische voorkeuren zijn niet afhankelijk van je geslacht, maar lijken wel een verband te houden met je karakter. Deze profielen zijn verbonden aan Meyers-Briggs persoonlijkheidstests.

In de praktijk

Deze kennis is voor mij als instructeur natuurlijk ontzettend handig! Ik kan namelijk mijn instructies aanpassen op de leerstijl en zelfs binnen het favoriete lichaamsdeel van de ruiter. Dat maakt het coachen op houding en zit super efficiënt.

In combinatie met de Franklin Methode voor ruiters (Franklin Method Equestrian) is het helemaal een feest. Binnen de Trainersopleidingen van de Franklin Methode is er veel aandacht voor pedagogiek en verschillende coaching technieken. Het was me alleen nooit helemaal duidelijk wanneer je voor een bepaalde didactiek of werkvorm zou kiezen. Met behulp van de motorische voorkeuren weet ik het wel!

Want wat blijkt nou? De verschillende profielen hebben over het algemeen een voorkeur voor verschillende technieken, beeldspraak en lichaamsdelen!

Het is als instructeur super leuk om hiermee te spelen en maakt het proces van lesgeven zoveel gemakkelijker, zeker wanneer ik één op één werk.

Niet alles over één kam…

Natuurlijk is iedere ruiter een individu en is het strak in een hokje plaatsen nauwelijks bevorderlijk voor je lesgeven. Ruiters kunnen namelijk ook switchen van voorkeur.

De verschillende profielen zijn echter een fijne tool om met problemen aan de slag te gaan. Het geeft richting waar je eerder misschien de weg kwijt was.

Ook als ruiter kun je van deze kennis profiteren; je leert namelijk ook jezelf coachen. Zo maak je zelf ook stappen in je houding en zit.